Verkeersslachtoffers

Metadatafiche

 

Contactgegevens (Contactpersoon indicator)

Naam

Els Bauwens

Email + Tel.

els.bauwens@gent.be 09 266 53 25

Dienst

Stad Gent ABIS Data-Analyse & GIS

Definitie indicator

Naam

Verkeersslachtoffers

Beschrijving / Definitie

Aantal dode en zwaargewonde verkeersslachtoffers per 10.000 inwoners.

Dode verkeersslachtoffers zijn zowel de personen die onmiddellijk overleden zijn als personen die dodelijk gewond waren en binnen de 30 dagen na het ongeval gestorven zijn. Zwaargewonden zijn de personen die bij een verkeersongeval niet-dodelijk gewond werden, maar die tenminste 24 uur moesten opgenomen worden in het ziekenhuis.

Meeteenheid

Aantal verkeersslachtoffers per 10.000 inwoners

Inhoudelijke relevantie en relatie tot stedelijk beleid

De indicator over de verkeersslachtoffers zegt iets over de verkeersveiligheid in de stad. In een leefbare en duurzame stad probeert men de veiligheid van mensen te verhogen door systematisch een reeks van problemen aan te pakken zoals diefstal, overlast, zwarte verkeerspunten, verstoring van de openbare orde, ed.

Classificatie

Verkeersveiligheid

Lokale preventie

Brondata

Brondata 1

Stadsmonitor - administratieve databank

Bewerkingen

Omschrijving

De indicator voor dode en zwaargewonde verkeersslachtoffers is een breuk.

Teller = het gemiddelde van het aantal geregistreerde dode en zwaargewonde verkeersslachtoffers in drie jaar, vermenigvuldigd met tienduizend.

Noemer = het gemiddelde van het aantal inwoners in de stad in dezelfde drie jaar.

Voorbeeld

Er is geen voorbeeld voorhanden, omdat de breuk zo wordt aangeleverd door de SVR (Studiedienst Vlaamse Regering).

Uitvoering

Team Stedenbeleid / Studiedienst van de Vlaamse Regering

Interpretatie indicator

Databeschikbaarheid

Stadsmonitor

Volledigheid en gegevensgebrek

Het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) volgt de ontwikkeling van de verkeersongevallencijfers aan de hand van een politionele registratie, aangevuld met parketgegevens voor het aantal dodelijke slachtoffers.

De basis is het registratieformulier dat de politie bij elk verkeersongeval met lichamelijk letsel in principe invult en stuurt naar ADSEI (voormalig NIS). Het gaat in deze registratie om slachtoffers van verkeersongevallen met gewonden op het wegennet in Vlaanderen, ongeacht de herkomst van het slachtoffer. Het voordeel van de politionele registratie is dat ze ook informatie biedt over de niet-dodelijke ongevallen en over de omstandigheden van het ongeval. Maar de onvolledigheid van de registratie (onderrapportering) en de beperkte kwaliteit van de informatie over letsels en de ernst van letsels vormen de achillespees van dit registratiesysteem. Voor de doden wordt bijvoorbeeld een tijdsgrens van 30 dagen gehanteerd.

Onderzoek heeft de onderrapportering, vooral bij lichtgewonden, aangetoond.

De registratie van de ongevallen door de federale politie geeft geen volledig beeld van de realiteit. De onderschatting wordt geraamd op 7 à 15% voor het aantal doden. Voor de zwaargewonden zouden de eerste verkennende onderzoeken wijzen op een onderschatting met een derde van het aantal slachtoffers. Voor de lichtgewonden is dit percentage helemaal niet te achterhalen. Daarom zijn deze cijfers ook niet opgenomen in deze indicator.

De discussie over de aard en de kwaliteit van de basisdata voor verkeersdoden kent de jongste tijd een nieuwe impuls zodat wij voor de toekomst meer performante data mogen verwachten.

 

Het aantal verkeersslachtoffers hangt af van diverse factoren; de stijging van het autogebruik en van het aantal verplaatsingen, een uitgebreider wegennet, de aanwezigheid van gewest- en autosnelwegen, de wegeninrichting, weersomstandigheden, enzovoort.
De indicator inzake verkeersslachtoffers is een cijfer voor de hele gemeente, dat niet de locatie en het vervoersmiddel in beeld brengt. Daarom zouden extra-indicatoren inzake de concentraties of knelpunten (blackpoints), de verkeersongevallen en de betrokken vervoermiddelen, de risicograad van zwakke weggebruikers, autobestuurders of autopassagiers ook aangewezen zijn.
Deze indicator geeft een eerder objectiverend beeld van de verkeersonveiligheid en zou daarom ook kunnen aangevuld worden met indicatoren over de subjectieve verkeersonveiligheid: de beleving van onaangepaste snelheid, beleving van agressief verkeersgedrag, ervaring van aanrijdingen, ervaring van bijna- verkeersongevallen, enz.

Vergelijkbaarheid

In de tijd

Aangezien de politie alle ongevallen met dodelijke slachtoffers en zwaargewonden dagelijks registreert, en in principe ook jaarlijkse totalen ter beschikking stelt, levert de vergelijkbaarheid over de jaren heen geen problemen op als de politie eenduidig en consequent registreert.
De tijdreeks laat wel enorme schommelingen zien, waarbij zich de vraag stelt of dit een gevolg is van nauwkeurige of minder nauwkeurige registratie of van bijzondere situaties (weersomstandigheden, kettingbotsing, wegenwerken, enz.). Juiste interpretatie veronderstelt voorkennis en meer detailstudie in situ. De stadsmonitor berekent gemiddelden van drie jaren om sterke schommelingen uit te vlakken.
Pas vanaf 2004 zijn de gegevens een correcte weergave van de werkelijkheid, ervoor zijn de gegevens gebaseerd op schattingen, wat de vergelijkbaarheid erg bemoeilijkt.

Met andere gemeenten

Geen probleem

Actualiteit en updating

Periodiciteit is driejaarlijks. De laatste publicatie betreft 2011.

Representatief

Nvt – het gaat hier om registratiegegevens; niet om een steekproef.

Achtergrond info

http://www.thuisindestad.be/viewpagemonitor.aspx?orig=111&page=74665&temp=1047&lang=1&icat=0&cont=34460&p=1

http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/verkeer_vervoer/verkeer/ongevallen_slachtoffers/verkeersslachtoffers/

Logboek

Naam

Annelies Van Steenberge

Email / Tel.

annelies.vansteenberge@gent.be

Datum

oktober 2011

Bewerkingen

Opmaak metadatafiche