Indicatoren op basis van metingen luchtkwaliteit
· Percentage dagen met goede luchtkwaliteit
·
Aantal dagen met te hoge fijn
stof-concentratie
1. Belang van de indicatoren
Luchtverontreiniging heeft een belangrijke impact op de volksgezondheid
en de natuur. Aan de hand van de emissie van een aantal verontreinigde stoffen
wordt een inzicht gegeven in de druk die ze veroorzaken op het leefmilieu.
2. Opbouw van de indicator
a.
Berekeningsmethode
· Percentage dagen met goede luchtkwaliteit
Om een
beeld te krijgen van de algemene luchtkwaliteit ontwikkelde de
Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu (IRCEL) de luchtkwaliteitsindex. Deze
index aggregeert de concentraties van verschillende verontreinigende stoffen in
de omgevingslucht tot één representatief cijfer tussen 1 en 10, waarbij 1 een
uitstekende luchtkwaliteit voorstelt en 10 een slechte. De luchtkwaliteitsindex
houdt rekening met de vervuiling van de omgevingslucht met ozon (O3),
stikstofdioxide (NO2), zwaveldioxide (SO2) en fijn stof (PM10). Deze vier
polluenten zijn voornamelijk afkomstig van menselijke activiteiten zoals
verbranding, verwarming, industrie en verkeer.
De
indicator ‘Percentage dagen met goede luchtkwaliteit’ geeft voor het
meetstation in Gent-Centrum (R701, Baudelostraat) het
percentage dagen aan met een goede tot uitstekende beoordeling van de
luchtkwaliteit t.o.v. totaal aantal dagen.
·
Aantal dagen met te hoge fijn
stof-concentratie
De
Europese luchtkwaliteitsnormen zijn vastgelegd onder de vorm van streefwaarden,
grenswaarden en alarmdrempels. Deze normen vormen geen scheidingslijn tussen
het wel of niet optreden van gezondheidseffecten bij een individu.
Gezondheidsschade is niet uitgesloten indien de normen niet overschreden worden
en omgekeerd. Dit komt omdat het optreden van gezondheidseffecten niet alleen
afhankelijk is van de concentraties maar ook van de gevoeligheid van de persoon
in kwestie (gezondheidstoestand, levensstijl, etc.). Bij het overschrijden van
de alarmdrempels zijn er echter acute risico’s voor de volksgezondheid en
moeten er direct maatregelen getroffen worden.
Voor PM10
(fijn stof) gelden volgende grenswaarden:
In de
indicator zijn het aantal dagen waarop de daggemiddelde PM10‐concentratie
groter is dan 50 μg/m³ voor de meetstations in
Gent opgenomen.
b.
Bron
3. Beperkingen van de indicator
Er moet
hier wel worden opgemerkt dat er in de luchtkwaliteitsindex geen rekening wordt
gehouden met schadelijke roetfracties en dat de metingen afkomstig zijn van een
locatie die representatief zouden moeten zijn. Kortom lokaal, op straatniveau,
kan de luchtkwaliteit minder positief zijn.
4. Contactpersoon indicator
Jeroen Mercy – Dienst Milieu en Klimaat